Vrijdag 20 augustus 1948
Ik
werd om 06.30 mijn bed uitgetrommeld, ik mocht niet langer op mijn bed blijven
liggen. Toen er uit gewipt dan wassen, want ik was nog behoorlijk slaperig, en
ik wankelde naar de ton. Toen mijn gezicht in aanraking kwam met het water, was
ik ineens opgekikkerd. Ik had niet veel te doen en ben toen maar gaan zitten
lezen.
Ik heb zo'n één uurtje gezeten toen ik zwaar gedonder hoorde van die
Kolerezooi dit en dat. Ik keek op en zag de Adjudant staan. Hij kwam naar me toe
en begon toen weer te schelden over die rommel.
En het is hier altijd netjes
geweest. Hij zei, je zorgt dat voor 13.00 uur alles opgeknapt is, anders maak ik
er een rapport van. Ik zei goed Adjudant, en ging toen weer rustig zitten lezen.
Na een half uurtje kwam hij weer terug maar met de kapitein erbij. Zij stonden
een beetje met elkaar te smoezen over die ton die we ingegraven hadden. Ze
vonden het toch een hele prestatie van ons. Na een beetje gemopper gingen ze
weer verder. Ik dacht bij mezelf, 'k zal maar beginnen, anders krijgen we er nog
last mee. Na één uurtje was alles opgeruimd. Het was al gelijk zo beetje tegen
13.00 uur. Ik heb mezelf wat opgeknapt en ben gaan eten.
's Middags wat zitten schrijven en gepassant. Ik zal blij zijn als de puzzels
aankomen, want daar heb ik nou net zin in. De tijd gaat hard, morgen is het
alweer zaterdag. Ja, het leven staat hier niet stil.
's Avonds nog bij Henk op bezoek geweest, maar hij had niet veel tijd, want hij
moest zijn
geliefde nog schrijven. Toen ben ik maar weggegaan en gauw onder mijn
klamboe gekropen.
Henk Terbeek
Zaterdag 21 augustus '48
05.30 Overal. De dag begint met het springen uit het bed. Mijn bed schudde op
zijn grondvest. Ik heb me gauw gewassen en aangekleed. Vink, een kamergenoot,
lag nog op zijn nest. Die moet je er gewoon uittrappen, anders komt hij er toch
niet uit. Ik ben
toen maar vast gaan eten. Toen ik terugkwam, zat hij met een
slaperig gezicht op de rand van zijn bed, je zou 'm gewoon een cent geven. Het
leek wel of die zijn laatste onsje versnoept had. De verdere morgen heb ik
zitten lezen en schrijven, wat moet je anders doen.
's Middags gebaad en aangekleed en daarna naar de stad gegaan. Eerst het één
en ander gekocht wat ik nodig had. Daarna ben ik naar de troep gegaan, ze waren
hard bezig om bamboe te splijten voor de wanden van het troephuis.
's Avonds ben ik nog met Joa en Hanno meegegaan naar de Generaal Berenschot
stam. S.B.30. Daar zou Hanno geïnstalleerd worden
als voortrekker. Het was een
plechtig ogenblik, dat weet ik wel. Maar er was één grote fout, omdat er
voortrekkersgasten bij de installatie aanwezig waren. Ik vond dat heel vervelend
toen ik dat meemaakte. En van de sfeer die er hing, ging niets uit. Na de installatie zijn we teruggegaan en na een glas limonade ben ik met een truck
weer huiswaarts gegaan, en gauw onder me klamboe gekropen, en toen sliep
ik....................
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
pagina 25