Maandag 27 september 48
Ik was vanmorgen erg lui en beroerd, alles ging even langzaam.
Ik had ook geen trek in eten. Nee, het was niets met me. Maar met het
werken
ging het al wat beter en op het laatst voelde ik me weer helemaal fit. De morgen
vloog om, dat kwam omdat ik behoorlijk wat
werk had. Om 10.00 uur even een
versterking genomen, en daarna weer aan de slag. De rest ging ook vlug om.
Er was nog een klein incident, dat grote gevolgen had kunnen hebben. Er brak
brand uit in een bus met benzine die onder een wagen
stond. Iemand schopte deze
bus onder de wagen vandaan, waardoor de benzine door de lucht vloog. Hierdoor
kwam er benzine tegen
iemand zijn broek en bij een ander tegen z'n hand. De
broek vloog in brand, hij was er erg aan toe. Hij liep te gillen en te rollen
over de
grond. We konden hem maar niet beet grijpen. Eindelijk hadden we hem
vast, en hebben we zijn broekspijp gedoofd. Hij is daarna
direct in de centrale
ziekenboeg opgenomen. Het is gelukkig nog goed afgelopen, anders hadden er ook
nog twee wagens verloren
gegaan.
's Middags ging het rustig, eerst mezelf eens flink gewassen, ik zat van onder
tot boven vol stof. 's Avonds wordt er een film gedraaid
of hij mooi is, dat
weet ik nog niet, ik loop op de zaak vast vooruit. Maar nu stop ik toch, anders
ga ik te ver, tot straks dan. Ja, hier ben
ik weer gauw hé, ja de
filmvoorstelling ging niet door wegens een defect aan de motorfiets. Maar de
voorstelling in mijn bed ging wel
door. Ik was gauw gaan slapen en het was een
reuze voorstelling. Ik werd de andere dag pas om 05.30 uur wakker.
waterwagen laden op het station (Babat)
Dinsdag 28 Sept 1948
Zo hier is die goede sul weer met ze hanenpoot. Ja, schrijven dat is mijn
vak, dat zie je zeker wel. Mijn handen staan helemaal
verkeerd, maar wat kan ik
eraan doen. Maar toch doe ik alles met blijde zin. Ik heb deze morgen dan ook
prettig doorgebracht en het
ging nog vlug ook. Er is niets gebeurd, maar wel
veel lol gemaakt onder elkaar, we werken niet achter elkaar door, dat gaat nu
eenmaal niet. Eerst een kwartier werken, dan één uur rusten. Zo werk je het
prettigst. Nu is het weer middag, ik heb me al gewassen,
toen ik klaar was stond
ik midden in een moddersloot. Ja, kun je begrijpen dat ik niet blij was. Straks
moet ik op wacht.
Nu de wacht is goed meegevallen en was snel voorbij, ja de
tijd gaat hard hier. Nu meer weet ik niet, tot morgen.
pagina 45