Woensdag 29 september '48
Hier zijn we weer, met de nieuwste grammofoonplaat van "kom je bed uit
want het zonnetje is al op". Het was een heerlijke morgen
lekker koel met
een zacht windje ( niet vanuit m'n broek hoor ). Deze morgen twee eieren gehad,
wat goed is voor de spijsvertering.
Ik
heb deze morgen, samen met Pierre, een
mooi werkje,. We moeten een bok maken om de motors eruit te kunnen tillen. Het
was de
hele morgen zagen, zagen en nog eens zagen, anders komt het van de week
niet klaar. En anders de volgende week maar. We gaan
tenslotte nog niet
thuisvaren.
Maar de tijd vloog snel om met dit grapje en het was alweer 13.00 uur. Ik was
direct verdwenen. Eerst gegeten en toen gewassen.
Verder geen nieuws. Vanavond
ga ik passagieren dus tot straks.
Ik heb 's avonds wat inkopen gedaan voor thuis en ben daarna naar de film
geweest in de kantine. Een oorlogsfilm "de Duikboot". Het
was een
prachtige film.
Donderdag 30 september '48
Zo dit is weer de laatste dag van de maand. Tjonge, wat gaat de tijd toch snel. Morgen is het alweer Oktober. Ja, de tijd vliegt om, zonder dat je het zelf weet is er alweer een maand voorbij. Het loopt al weer aardig tegen de kerstdagen. Daar zit ik dikwijls aan te denken, hoe dat het hier gevierd zal worden. Je merkt hier al amper het verschil tussen een zaterdag en een zondag.
Zo de tijd vloog deze morgen weer om. We moesten een hijsblok maken. Ja, het
wordt een knaap
van een ding.
's Middags heb ik rust gehouden en om 16.00 uur zijn Henk en ik naar Karel op
bezoek geweest. Hij
was zeer verheugd toen wij kwamen, want het is ook niet
alles daar waar hij zit. Toen wij
weggingen hadden we dezelfde gedachten, dat
het heel jammer was, dat we niet bij elkaar gebleven zijn. Maar we zullen het
beste er maar van hopen.
de
smeerbrug (Babat)
In de stad aangekomen ontmoetten we Ton, Henk z'n kamergenoot. We zouden naar
de film gaan en hebben twee bedjahs genomen.
Daar gingen we, lekker gaat dat,
licht en hard. Het was een mooie film, ja daar zat heel wat in.
Toen ik thuis kwam, lagen er nog een paar brieven op me te wachten. Die heb ik
maar gauw doorgelezen, en ben daarna met een
tevreden gevoel onder me klamboe
gekropen.
pagina 46