Maandag 11 oktober '48
Hello, hello, hier is Huipie met zijn fantasie en waarheid. Deze morgen is
vlug omgegaan, zonder ongelukken. Ik weet niet veel meer, mijn kop is pas
leeggelopen, ik kon het niet meer achterhalen.
's Middags heb ik gegeten, gewassen en ben toen gaan slapen. Om 16.00 uur ben ik
naar Pasarian gegaan om te turnen. Ik voelde mijn
spieren flink hoor, na zo
lange tijd. Maar ik heb er helemaal geen spijt van. Je voelt jezelf weer eens
heel anders, zo lekker fit.
Om 17.00 uur zagen we vlak bij ons, de grote loodsen van de Marine in de fik
staan. Het brandde behoorlijk, alles is dan ook geheel uitgebrand en ingestort,
zes loodsen. Een hitte dat het was. Ik heb ook nog meegeholpen met blussen, om
het vuur te bestrijden, voor
het behoud van de omliggende gebouwen. Ik zag
eruit nou dat was niet mooi meer. We blusten op de golfplaten van het dak. Het
was
zo warm dat het water kokend naar beneden kwam, zo’n hitte was er. Gelukkig
is het hierbij gebleven, maar er is een schade van vijf miljoen gulden. De
barrang van de matrozen lagen daar allemaal opgeslagen, kleren, sarongs,
souvenirs, want er waren erbij die thuis gingen varen, alles weg, verbrand.
Toen het meeste gevaar geweken was, ben ik naar het kamp teruggegaan. Gauw
gewassen, gegeten
en mijn slaapmatje opgezocht, en viel weldra in een rustige
slaap.
De Mariniersbrandweer (foto uit, met de mariniersbrigade in Oost Java, hugo Wilmar)
pagina 51