Vrijdag 15 oktober
Weer een dag van Noppes, ik kan niet veel schrijven over deze dag. Het werk ging weer zijn gewonen gang. Ik heb de motor van de hijsbok verder afgemaakt. 's Middags mezelf opgeknapt en klaar gemaakt. 's Avonds ben ik naar de P.J.C. Het was weer een leuke en gezellige avond. Dominee Postma opende de avond met het gebed, waarna een gezang gezongen werd.
De dominee hield een toespraak over liegen, dat dit in Gods ogen een zonde
is. Daar waren menige verschillen in. De één zei: “Is het liegen van een boer
ook erg als hij een onderduiker herbergt, en de Duitsers ondervragen hem”. We
konden daar niet goed over oordelen. De meeste vonden het geen zonde, ik ook
niet. Als hij niet zou liegen was hij een verrader, en
dat is nog een veel
grotere zonde tegenover God. Na de pauze werd er een spel gedaan met een
magische kracht, maar dat lukte niet erg, zodoende zijn we met een ander spel
begonnen.
Er moest er één in de kring gaan zitten, geblinddoekt, een ander
moest ernaar toe sluipen zonder dat hij gehoord werd door de geblinddoekte
persoon. We hebben allemaal een beurt gehad. Om 21.30 werd de avond besloten met
een vers en een gebed. Waarna we allemaal weer huiswaarts gingen, en dachten,
het is toch weer een fijne avond geweest
PJC gebouw te Boeboetan
Zaterdag 16 oktober 1948
Weer hetzelfde liedje van opstaan, wassen en kleden. Na het eten, zijn we
weer naar ons werk gegaan. Ik ben maar weer met de bok begonnen. Ik heb hem
bijna klaar. Ja, naast me vak als automonteur, ben ik ook nog constructiewerker
geworden. 's Middags moest ik naar Kalimas om wacht te lopen. ik heb me daar
doodverveeld er was geen pieter te beleven, dan alleen wachtlopen, en dat heb ik
dan ook behoorlijk gedaan, zes uurtjes. Ik was blij toen ik om 23.00 uur me nest
in kon duiken, en ik heb dan ook een behoorlijk kantje slapen weggeven.
De “Goedangs” te Kalimas (vooroorlogse ansichtkaart)
pagina 53