Dinsdag 2 November 1948

 Ik kwam met veel gezwier en gezwaai mijn bed uit, en het eerste wat ik zei was goedemorgen. Ik heb me eigen gauw gewassen, want ik was nog niet erg bij de tijd. Toen dat gebeurd was ben ik me bordje pap gaan halen, kindermeel. Het smaakte best goed, en ik voelde me toen net Popey de Sailerman. Maar we konden niet te lang gekheid maken, want het was tijd om te beginnen.

Wel, we hebben flink aangepakt. Ik heb één wagen schoongemaakt, maar meer ook niet. Verder hebben we vergaderingen belegd en hebben toen nog een partijtje gevoetbald, de Majoor was ook een echte voetbalmaniak. Door al dat gedoe, was het tijd geworden om te scheiden, en zijn we aan de haal gegaan.

's Avonds naar Karel geweest maar deze lelijke Orang Baroe was niet thuis, en moesten we onverrichte zake terugkeren, we zijn toen maar de bioscoop binnengestapt, je moet toch wat te doen hebben. Nu het was een prachtfilm, en dat hoor je me niet dikwijls zeggen. Nu luitjes het is bedtijd. Oké ‘you people’ in de was huuup.

  

Voetbalelftal “Mopel” te Babat, juli 1949

 

 Woensdag 3 November 1948

 Ik was vanmorgen vroeg op, en gauw klaar. Ja, als je je eigen nog één keer omdraait, ben je zo weer in het land van de dromen. Het eten ging nogal, ik heb enkel pap genomen. Er werd weer hard gewerkt vandaag, ik heb één wagen schoongemaakt, dat is ook alles geweest. Ik had vandaag weer de wacht, en stond als 2e reserve. Het ging de hele dag goed, totdat ik op het ‘wachtsvolk’ moest komen. Daar kreeg ik te horen dat ik in moest vallen op nieuw Kalimas, er was er één met hoge koorts. Ik ben direct daar heengegaan met nog een Korporaal. Het is een beste wacht geweest, ik heb vier uurtjes gelopen, nu ja gezeten dan. Je moet niet zo nauw kijken.

 

57 58 59 60 61 62 63 64 65 66

 

pagina 62