Maandag 8 November 1947

 Zo weer een week om, wat gaat het toch hard, zonder dat je er erg in hebt, is het alweer maandag. Deze morgen is vlug omgegaan zonder enige  bijzonderheid. Het had wel gekund daar er gevaarlijk gewerkt werd. Maar alles is tot heden toe nog goed gegaan. We zijn bezig met een werkplaats te bouwen met de ijzeren binten. We moeten helemaal bovenin gaten boren, en je hebt haast geen houvast. We schieten al aardig op, maar het is weer tijd om onze dagtaak te beëindigen.
's Middags niets uitgevoerd, ik had al genoeg gedaan vanmorgen. 's Avonds naar de film geweest met Piet en Pierre in de Marinierscantine. Een leuke film was dat, ik heb me nu en dan rot gelachen. Ja ik was weer aardig opgevrolijkt, en de barometer stond weer op 100% mooi weer. We waren na de film gauw thuis, omdat er al snel een truck langskwam.
Ik aarzelde niet lang maar keilde zo mijn bed in, en fijn hoor.

 

 Dinsdag 9 November 1948

  Niets te schrijven. Alles even saai en hetzelfde.

 

 Woensdag 10 November 1948

  Weer zo'n dag niets te schrijven, de stad ga 'k niet in, daar valt ook niets te beleven.

 
Donderdag 11 November '48

 Donderdag de schoonste dag, 's morgens nog een halve week, des 's middags slechts twee dagen.
Dat is alles voor vandaag.

 

 Vrijdag 12 November 1948

 Vandaag Zondagse dienst, het is weer een feestdag van een bepaalde bevolkingsgroep. Ik kon dus vanmorgen lekker uitslapen, en hebt dat wel gedaan ook. Alles was even rustig vanmorgen, alleen een enkele wagen die voorbij rolde over de weg, verbrak even de zalige rust van de Zondag. Ik heb vandaag de wacht, zodoende moet ik binnen blijven, maar ja in de stad is ook niets te doen, en geld heb ik ook niet meer. Ik ben maar weer aan het pennen geslagen, en ben nu nog steeds bezig.
Het pennen is alweer lang afgelopen, het loopt alweer bij negenen. We hadden nog zo'n leuke officier van de Wacht die ons twee maal achter elkaar liet aantreden voor het wachtsvolk.
Maar met dat alles ga ik vroeg naar bed

 

Zaterdag 13 November 1948

  Zo alweer Zaterdag, ik weet het niet maar ik geloof dat de tijd hoe langer hoe harder gaat. Als er in Holland één dag voorbij is, zijn er hier twee voorbijgegaan. Maar we moeten weer aan de slag. Ik heb weer hard gewerkt vanmorgen, ik kon het werk gewoon niet  meer bij houden. Niet echt dus, ik heb me doodverveeld, ik ben nog even naar huis gegaan, en ben toen gaan zitten puzze­len. Want ja, je moet je eigen niet zo druk maken bij de baas, ik moet misschien nog hard genoeg werken. Daarom ging de morgen traag om, en het einde was haast niet te zien. Maar 13:00 uur worden doet het altijd, zo ook nu, gauw gegeten, gebaad en omgekleed, tot zover het nodig was. Vanmiddag kreeg ik een pakketje van thuis. Tjonge wat zat daar een boel lekkers in, het water liep langs me mond, zoiets kan je hier niet krijgen. 's Avonds ben ik de stad ingegaan, en daar ontmoette ik Arie Barenzwaard met zijn vriend. We zijn toen gedrieën naar de film gegaan in de Marinierscantine, het was een prachtfilm, “mannen van Jongenstad”. Daarna zijn we natuurlijk naar huis gegaan en het duurde niet lang, want ik lag in één, twee drie in bed. Welterusten.

 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69

pagina 65