Opgericht :
04-04-1942 te Canberra (Australië)
Onderdeel van : Militaire Luchtvaart KNIL
Ingedeeld bij :
LuCoJa (LuchtvaartCommando Java)
LuCoSu (LuchtvaartCommando Sumatra)
Actiegebied(en) : Gehele Archipel
Commandant(en) :
Kapt. W. Boot
21-04-1942 / 01-05-1942
Lt.Kol B.J.
Fiedeldij
01-05-1942 / 11-06-1943
Lt.Kol J.J. Zomer
11-06-1943 / 04-1944
Lt.Kol. E.J.G. te Roller
04-1944 / 23-04-1944
Lt.Kol. D.L. Asjes
01-07-1944 /07-10-1944
Lt.Kol. M. van Haselen
07-10-1944 / 13-06-1945
|
Lt.Kol R.E. Jessurun 13-06-1945 / 14-02-1946
Kapt. W. Boot 14-02-1946 / 29-06-1946
Lt.Kol. C. Terluin 29-06-1946 /01-11-1946
Kapt. D. Berlijn 01-11-1946 /07-06-1947
Kapt. W.F.A. Winckel 07-06-1947 /15-06-1948
1e Lt. Hulscher 15-06-1948 / 31-08-1948
Kapt. R. de Senerpont Domis 31-08-1948 / 14-10-1949
Kapt. P. van Buren 14-10-1949 / 12-04-1950
Kapt. H. van Weerden 12-04-1950 / 15-05-1950
Opgeheven : 15-05-1950
Omgekomen : 24 man
Bij de oprichting van 18 Squadron in 1942 was deze bemand met personeel van
het ML-Knil, die na de Japanse invasie waren ontkomen dan wel geëvacueerd. Later
werd het squadron aangevuld met Australische piloten van de RAAF.
Het Squadron was uitgerust met middelzware bommenwerpers van het type B-25
Mitchell. Na een training van zes maanden werd het Squadron operationeel en
ingezet in geallieerd verband in de SWPA (South West Pacific Area).
Na de capitulatie van Japan, op 15 augustus 1945, kwam het Squadron onder bevel
van de Cdt. SEAC (South East Asia Command) met als voornaamste basis Balikpapan.
De nieuwe taak voor het Squadron bestond uit, verkenningen voor het SEAC, het
opsporen interneringskampen, droppings van levensmiddelen/medicijnen en het
transport van ex geïnterneerden naar Australië in opdracht van de RAPWI. In
verband met de gespannen situatie mochten er echter nog geen vliegtuigen op Java
en Sumatra geplaatst worden en mochten de B-25's uitsluitend landden indien
geheel ontwapend en louter en alleen voor niet militaire doeleinden.
Op 25 november 1945 werd het RAAF deel van het Squadron opgeheven in verband met
de demobilisatie van de Australische piloten.
In november 1945 werd een begin gemaakt met de verplaatsing van het Squadron
naar vliegbasis Tjililitan op Java. In de loop van 1946 kreeg het Squadron,
naast het vracht en personenvervoer tevens weer een militaire taak en verleende
men luchtsteun aan de grondtroepen.
Op 1 april 1946 arriveerde het laatste deel van het Squadron van Balikpapan op
Tjililitan en was het Squadron, hoewel voor korte tijd, geheel bijeen. Door de
snel wisselende situatie en wensen van de Territoriale Troepencommandanten
werden geregeld B-25's gestationeerd op andere vliegbasis zoals te Bali en
Makassar, en Semarang.
In oktober 1946 werd het 16 Squadron opgericht uit personeel van 18 Squadron.
Tijdens de 1e politionele actie,
op 21 juli 1947, werd het Squadron voornamelijk ingezet voor verkenningen en het
bombarderen van spoorlijnen en artillerieopstellingen van de TNI. Zo
werden o.a. het baanvak Cheribon - Poerwakarta en het baanvak Kroja - Gombong en
de kustartillerie op Noesakembangan gebombardeerd. De verkenningen vonden plaats
boven Republikeins gebied om zodoende een beeld te krijgen van de sterkte
en verplaatsingen van de TNI.
In totaal werden er tijdens de 1e
politionele actie 55 sorties gevlogen.
Na de 1e politionele actie hervatte men weer de "normale"werkzaamheden dat voornamelijk bestond uit het verlenen van luchtsteun aan de grondtroepen. In augustus 1948 werd het 16 Squadron, gelegerd te Palembang, opgeheven. Het vrijkomende personeel werd weer ingedeeld bij 18 Squadron. Dit personeel bleef echter gelegerd te Palembang.
Tijdens de 2e politionele actie,
op 19 december 1948, waren er B-25's gelegerd te Tjililitan, Semarang, Medan, en
Andir (Bandoeng). De taak van het squadron bestond uit het uitschakelen van de
luchtmacht van de TNI (de AURI) en het ondersteunen van de grondtroepen. Deze
steun was soms cruciaal zoals bij de opmars van de W-Brigade naar Banjarnegara,
waar men op hevige tegenstand stuitte en de opmars tot stilstand kwam. Ook
voorkwam het Squadron de vernieling van de bruggen bij Rangkasbitoeng
tijdens de opmars in Bantam.
Niet alleen op Java maar ook op Sumatra kwam het Squadron in actie. Zo verleende
het Squadron o.a. steun bij Laboehanbilik (noord Sumatra), schakelde het twee
radiostations uit bij Tjoeroep en Kepahiang (zuid Sumatra) en verleende men
steun aan de luchtlanding bij Djambi (midden Sumatra). Daarnaast voerde het
Squadron ook nog vele verkenningen uit.
In totaal werden er tijdens de 2e
politionele actie 337 sorties gevlogen.
In april 1950 werd het Squadron nog uitgebreid met PVA P51 mustang ex Photo verkenningsafdeling.
Op 15 mei 1950 werd 18 Squadron opgeheven.