Opgericht:
01-07-1946 te Amersfoort
Onderdeel van: C-Divisie "7 December"
Vertrek Indië: 01-10-1946 a/b "Sloterdijk"
Aankomst Indië: 25-10-1946 Batavia"
Toegevoegd aan: T.T.C. West-Java
Ingedeeld bij: Basis commando Bandoeng, *3e Inf.Brig.Groep
Actiegebied(en): Tjimahi, Soreang, Tjiwedi, *Tjiawi, *Bandjar, *Pangandaran
Commandant:
Lt.Kol L.M. Dreyer 01-07-1946/06-06-1947
Lt.Kol H. Schild 06-06-1947/02-11-1948
Maj. E.H. Neppelenbroek 02-11-1948/29-11-1949
Gerepatrieerd:
29-10-1949 a/b "Volendam"
29-11-1949 aankomst Rotterdam
Omgekomen: 27 man
Bijnaam: de Springbokken
Het bataljon bestond uit dienstplichtigen van de lichting '45 en was een van de zes Bewakingsbataljons "7 December". Deze bataljons werden in Indië, ondanks de korte opleiding en lichte bewapening, ingezet als 'gewone' infanterie eenheden. Na aankomst te Batavia kreeg het bataljon diverse bewakingsobjecten toegewezen, waaronder het vliegveld Tjililitan. Op 25 november 1946 werd het bataljon verplaatst naar Tjimahi. Hier kreeg het een verdere gevechtstraining bij de daar gelegerde OVW-bataljons. Na deze trainingsperiode kreeg het bataljon op 7 februari een eigen bataljonsvak toegewezen rond Padalarang, west van Tjimahi. De 5e cie werd tot 13 maart gelegerd bij Bandoeng onder bevel cdt. 1-9 RI. Toen deze compagnie weer terug bij het bataljon kwam werd het gelegerd te Njalindoeng.
Tijdens de
1e politionele actie, op 21
juli 1947, was het bataljon geconcentreerd in Tegalegga. Op 25 juli zette een
deel van het bataljon de opmars in naar Soreang. Drie dagen later werd Tjiwedi
ingenomen. Daar Tjiwedi als gevolg van een verwoeste brug niet met voertuigen te
bereiken was, vond de bevoorrading plaats met behulp van paarden. Deze situatie
duurde tot 21 augustus. Op 23 augustus vond er een actie plaats tegen
Baroehtoenggoel. Bij deze rampzalige actie werden vijf man gedood en een man
vermist (later is deze uitgewisseld met de TNI) en moest de actie worden
afgebroken. Nadat het bataljon op 15 november was afgelost door 3-RS werd het
verplaatst naar Tjiawi in het regentschap Tjiamis. Twaalf dagen na aankomst werd
een compagnie overgebracht naar het regentschap Garoet en gelegerd te Tjikaroek
en Sadang. Vanaf deze tijd stond het bataljon onder bevel van de cdt. 3e Infanterie
Brigade Groep.
Op 3 april 1948 werd het gehele bataljon gelegerd aan de zuid-kust. De staf werd gelegerd in Bandjar. De compagnieën werden verdeeld over diverse posten zoals, Pangandaran, Parigi, Bodjong en Tjimerak. Naast de TNI kreeg het bataljon nu ook met Islamitische strijdgroepen (Daroel Islam) te maken. Dit alles vergde zeer veel van de manschappen. Op 18 juli 1949 werd het bataljon afgelost en gelegerd te Tasikmalaja. Behalve een vierdaagse zuivering bij Soemedang bestond het dagritme uit wachtlopen en het kazerne leven. Op 2 augustus vertrok het bataljon naar Bandoeng waar het ook alleen nog werd ingezet voor bewakingsdoeleinden. Een maand later, op 19 september arriveerde het bataljon in Batavia in afwachting van de repatriëring.
Literatuur :
Neppelenbroek, E.H., Slavenwerk: een openhartig relaas van een Indië-compagnie Java 1946-1949: de kronieken van ‘Compagnie Lima’. Breda, 1993; 111 blz. Compie Lima was de vijfde compagnie van 3-8 RI. Voorzien van foto’s en tekeningen.
Digitaal fotoalbum van soldaat A.J. Bos (www.indiegangers.nl)