Toegevoegd aan
T.T.C. West - Java, T.T.C. Noord - Sumatra
T.T.C. Oost - Java
Ingedeeld bij V - Brigade, Z - Brigade, X - Brigade
Actiegebied(en)
Batavia, Kebajoran,
Pondok Gedeh, Bandoeng, Medan
Kampong Baroe, Brastagi, Sibolangit, Seriboe Dolok
Commandant(en)
Kapt. J.W.R.H.
Doorman -09-1945 / 05-09-1946
Kapt. A. van Santen 05-09-1946 / 02-05-1947
Kapt. G.W.T. Dames 02-05-1947 /12-06-1947
Majoor B.H. de Vries 12-06-1947 / 31-10-1947
Majoor M.L. van Ham 31-10-1947 / 24-03-1948
Opgeheven 24-03-1948
Heroprichting ??-??-????
Omgekomen
(voor zover bekend)
46 man (van
oprichting tot maart 1948)
36 man (van heroprichting tot april 1950)
Bijnaam “Prins Bernhard Bataljon”
Het bataljon was gevormd uit manschappen van het KNIL en marine die uit Japanse krijgsgevangenschap waren teruggekomen. Het “bataljon” bestond bij de oprichting uit een staf en drie compagnieën.
Op 8 oktober kwam
het bataljon aan in Batavia. Slechts licht bewapend liep het bataljon haar
patrouilles en nam het deel aan diverse zuiveringsacties in en om Batavia. Bij
toerbeurt was een compagnie gelegerd te Kebajoran en Pondok Gedeh ten zuiden van
Batavia. Op 18 maart 1946 voerde het bataljon samen met het 1e
infanteriebataljon van de Mariniersbrigade een succesvolle actie uit naar Pasar
Ikan.
In de periode van eind 1945 tot april waren twee pelotons gelegerd te Gorontalo
en Morotai (Grote Oost). In januari vertrokken wederom twee pelotons. Deze maal
naar Balikpapan, maar door ongeregeldheden in Gorontalo werd de bestemming
gewijzigd.
Op 31 mei 1946 werd het bataljon verplaatst naar Bandoeng en gelegerd in het KMA gebouw. Al snel werden diverse objecten in de stad, zoals het munitiemagazijn te Bodjong Koneng en het Dagocomplex van respectievelijk de Japanners en Inf.V.KNIL overgenomen. Op 16 juli nam het bataljon deel aan een actie naar Soreang en Bandjaran. In juli en augustus werden ook nog acties gevoerd naar Boeahbatoe en Oedjoengbroeng.
Op 16 en 17 juli
kreeg het bataljon versterking van twee compagnieën van 5 (9) RS en een
compagnie van 7-3 RI en had het bataljon o.a. posten te Ardjasari,
Tjitjaloempang en Bodjong Koneng.
Eind augustus werd het bataljon verplaatst en gelegerd in de sector Radjamandala
/ Tjirandjang met o.a. posten te Tjikidang, Tjirandjang en Pasir Nangka.
Op 3 november werd het bataljon ingescheept te Tandjong Priok met bestemming
Medan op Noord Sumatra.
Na aankomst werd
het bataljon gelegerd in de zuid oost sector van Medan. De 2e cie.
(stoters) verzorgde de beveiliging op de convooiroute Medan - Belawan.
Op 30 november nam het bataljon deel aan een grootscheepse zuiveringsactie ten
zuiden van Medan. In december werd het bataljon aangesteld als tactische reserve
van de Z - Brigade en gelegerd in de Polonia kazerne. Het bataljon werd bij
diverse acties ingezet zoals bij Mabar Estate (9-1-‘47), Sikadeng (19-1) en
Laboehan (18-2). Op 7 mei werd het bataljon gelegerd in Kampong Baroe waar het
werd voorbereid op haar taak tijdens de 1e politionele actie.
Tijdens de 1e
politionele actie, op 21 juli 1947, trok het bataljon via Laboehan op naar
Hamperan Perak en Titipajoeng. De volgende dag ging de opmars verder. Ondanks de
hevige tegenstand kon met steun van de artillerie en de luchtmacht Tandem Hilir
worden bezet. Nu de tegenstand gebroken was konden Stabat en de brug over de
Soengei Wampoe zonder moeite worden bezet. Op 26 juli werd het bataljon afgelost
door 4-2 RI.
Op 28 juli kwam het bataljon weer in actie. Via Tandjong Morawa werd Loeboek
Pakam bezet. Nog was het bataljon niet klaar. Op 31 juli trok het bataljon samen
met het 1e Esk.Paw op om de plaatsen Tebing Tinggi, Pematang Siantar,
Seriboe Dolok, Merek, Kaban Djahe, Brastagi en Sibolangit te bezetten (later
bekend onder de naam “rondrit door Deli”). In een dolle rit die voor de TNI als
een volslagen verrassing kwam lukte het om de plaatsen zonder enige tegenstand
te bezetten.
Na de 1e
politionele actie was het bataljon o.a. gelegerd in Merek (1e cie.),
Kaban Djahe (4e cie. staf), Brastagi (2e cie) en
Sibolangit (3e cie.). Door een intensieve patrouillegang en de vele
acties in het bezette gebied bij o.a. Sibraja, Naman, Kandibata en Tigabinanga
keerde de rust in het gebied terug.
Begin 1948 werd een aanvang gemaakt met de aflossing door 5-11 RI. Op 24 maart
werd het bataljon opgeheven. De mannen van 5(9) RS en 7-3 RI bleven nog enige
tijd bij 5-11 RI. Hierna werden zij ingedeeld bij het nieuw opgerichte 3-15
RI.
In het najaar van 1948 werd een nieuw Inf.IV.KNIL opgericht. Dit bataljon werd ingedeeld bij de X-Brigade op Oost Java en gelegerd te Malang.
Tijdens de 2e
politionele actie namen compagnieën van dit nieuwe bataljon o.a. deel aan de
opmars naar de Kali Konto werken (krachtcentrale), de bezetting van Mantoep en
de bezetting van Wadjak. Na de inname van Wadjak volgde een grote
zuiveringsactie op de hellingen van de Goenoeng Boering (colonne “blauw”).
Bij de bezetting van Mantoep werd hevige tegenstand geboden door de TNI. Met
luchtsteun kon deze gebroken worden en Mantoep worden bezet.
Na de 2e politionele actie bleef het bataljon gelegerd in de residentie Malang.
Literatuur:
‘Korpsgeschiedenis van het IVe bataljon infanterie van het KNIL’. Militaire Spectator, jrg. 118 (1949)
Trilogie Bandjir over Noord-Sumatra., Post, H.
Deel 1. Bandjir over Noord Sumatra, Medan, 1948; 141 blz.
Deel 2. Politionele actie, Medan, 1948; 172 blz.
Deel 3. Bedwongen Bandjir, Medan, 1949; 190 blz.